Gaatjes in tanden of kiezen
Gaatjes in tanden en kiezen worden veroorzaakt door bacteriën in de tandplak. Elke keer als je iets eet, zetten deze bacteriën de suikers en koolhydraten in het voedsel om in zuur. Dat zuur tast het glazuur van de tanden en kiezen aan. Daardoor kan tandbederf optreden: de bekende gaatjes, of cariës.
Pijn door gaatjes in tanden en kiezen
Tanden en kiezen waar gaatjes in zitten, kunnen gevoelig worden bij temperatuurwisselingen en bij het eten van zoetigheid. Naarmate de gaatjes groter worden kan deze gevoeligheid overgaan in pijn.
Boren en vullen van gaatjes
Om te voorkomen dat gaatjes in tanden en kiezen groter worden, wordt meestal het bedorven gedeelte van de tand weggeboord en opgevuld. Voor de vulling kunnen verschillende materialen gebruikt worden. In onze Tandheelkunst-praktijken worden hiervoor alleen esthetische (witte) vulmaterialen gebruikt, meestal composiet. Ook tanden en kiezen die gevuld zijn, blijven gevoelig voor tandbederf.
Wortelkanaalbehandeling
Cariës die niet behandeld wordt, kan uiteindelijk de zenuw van de tand of kies aantasten. Dit kan bijzonder pijnlijk zijn. Wanneer de zenuw door cariës is aangetast, moet deze worden verwijderd door middel van een wortelkanaalbehandeling.
Cariës voorkomen
Eet je te vaak op één dag, dan krijgt jouw gebit onvoldoende kans om te herstellen. Je kunt het aantal eet- en drinkmomenten het beste beperken tot maximaal zeven per dag: drie maaltijden en maximaal vier keer per dag een tussendoortje. Daarnaast is het natuurlijk van belang om twee maal per dag jouw tanden te poetsen met een fluoridehoudende tandpasta.
Melktanden en cariës
Melktanden en tanden die pas doorgebroken zijn, zijn extra gevoelig voor cariës. Behalve goed poetsen, napoetsen en controle, is het belangrijk dat je goed op de voeding van jouw kind let.
Zuigflescariës
Als jouw kind vaak aan een zuigflesje of anti-lekbeker met vruchtensap, siroop, of melkproducten sabbelt, komt het gebit langdurig met suikers in aanraking. Er is dan een grote kans op het ontstaan van zogenoemde zuigflescariës. Om dit te voorkomen kun jij jouw kind vanaf negen maanden uit een beker zonder tuit laten drinken in plaats vanuit een zuigflesje of anti-lekbeker.